Ons gymnasium is een volwassen afdeling met in totaal zo'n 350 leerlingen. Typische gymnasium-leerlingen bestaan niet: iedereen is welkom. Wel zien we dat gymnasiumleerlingen vaak buiten de lessen bezig zijn met sport, muziek of toneel. Ook doen veel leerlingen in de bovenbouw mee aan diverse plusprogramma's, die hen al tijdens de middelbare schooltijd in contact brengen met de universiteit. Wat gymnasiasten in hoge mate gemeen hebben is talent, gekoppeld aan ambitie. De leerlingen presteren met plezier - binnen én buiten de school! Het mag een beetje meer zijn, en het is prachtig dat zo veel leerlingen zich hierdoor voelen aangesproken.
De onderbouw heeft per leerjaar ongeveer vier klassen, verdeeld over reguliere gymnasiumklassen en gymnasium-plusklassen. Leerlingen blijven in principe twee jaar bij elkaar in dezelfde klas, met dezelfde mentor en zoveel mogelijk dezelfde docenten. Het gymnasium heeft ook fysiek een duidelijke eigen plaats in de school: de gymnasium-kamer (152), die via de gang is verbonden met de lokalen waar Latijn en Grieks worden gegeven.
Een kenmerk van het gymnasium zijn de lessen in de klassieke talen Latijn en Grieks. Enkele vakken hebben daardoor minder lesuren in de onderbouw. Dat betekent dat de gymnasiasten en hun docenten er flink de pas in hebben. Met Grieks en Latijn komt de leerling niet alleen in aanraking met twee uitdagende talen, maar ook met de wereld van de klassieke cultuur.
De gymnasiumleerlingen volgen bovendien allemaal Cambridge Track: Engels op topniveau. Sommigen volgen ook nog het vak Chinese Taal en Cultuur.
Ouders van gymnasiasten kunnen ook kennismaken met de klassieke taal en cultuur door de avondcursus te volgen, gegeven door de classicus (en oud-docent) dhr. Verheij.
Voor gymnasium-plusleerlingen is de leerstof nog compacter gemaakt, waardoor in hun rooster ruimte is voor twee modulevakken per week. Dit zijn extra vakken, zoals archeologie, filosofie, drama, 3d-ontwerpen en informatica. Deze leerlingen sluiten aan het eind van de derde klas hun driejarige plusprogramma af en krijgen een certificaat uitgereikt.
De mentor is de persoon waar de leerlingen in eerste instantie terecht kunnen voor allerlei zaken die de klas en de leerlingen betreffen. Ook zullen mentoren geregeld met hun leerlingen praten over hun gedrag, de behaalde resultaten en hoe het verder met hen gaat. De mentor is vaak het eerste aanspreekpunt voor ouders. Daarnaast is de mentor in de derde klas (samen met een decaan) de centrale figuur bij het hele begeleidingstraject over de profiel- en vakkenkeuze.
Disciplinaire zaken (verwijderingen, te laatmeldingen enz.) en onderwijskundige zaken vallen onder verantwoordelijkheid van de coördinator
In de bovenbouw stromen de gymnasiasten door in één van de negen Huizen, verticale mentorgroepen die elk onder leiding staan van twee tutoren. Daar blijven ze drie jaar lang in dezelfde groep en bij dezelfde tutor.
De klassieke oudheid is een inspiratiebron voor vele activiteiten die deze afdeling onderscheiden van de andere afdelingen. Allereerst is daar het al genoemde Romeinse Kamp, of beter gezegd: Castra Stanislaïca aan het begin van de tweede klas.
Tijdens het kamp bivakkeren zij alsof zij in het jaar nul de noordelijke grenspost van het Romeinse Rijk vormen. Na een grondige voorbereiding (zo maken leerlingen vooraf vaandels, schilden, toga's, Romeins geld, enz.) kookt men daar zelf gemaakte soep op eigen gemaakte vuren, vertelt een 'echte' legionair over hoe het er in het Romeinse leger aan toe gaat, krijgen ze een heuse Romeinse lunch voorgeschoteld en vertelt een archeoloog over de Romeinen in Zuid-Holland. Zo leert men elkaar en de Romeinen kennen!
Derdeklassers brengen in september tijdens de afdelingendag een bezoek aan bijvoorbeeld het Archeon of het Allard Piersonmuseum. Het Stanislas heeft daarnaast een samenwerkingsverband met het Leidse RijksMuseum van Oudheden, zodat alle jaarlagen van het gymnasium op de een of andere manier in aanraking komen met de geweldige collectie van dit museum.
Daarnaast worden waar mogelijk toneelvoorstellingen en exposities bezocht die gebaseerd zijn op de klassieke oudheid. Groots van opzet en onvergetelijk zijn de meerdaagse kampeerexpedities van het gehele gymnasium naar Trier (in 2003) en het Teutoburgerwoud (in 2009) en Tongeren/Xanten (2014). Bij deze laatste reis sloeg een groep van zo'n 400 leerlingen, docenten en oud-leerlingen hun kamp op in het plaatsje Bemelen. Verspreid over drie dagen werden de Romeinse sporen in Xanten en Tongeren bezocht. Elke vijf jaar wordt zo'n bijzondere expeditie gehouden, zodat elke gymnasiast eenmaal een dergelijke reis meemaakt.
Minstens tweemaal per jaar komen alle gymnasiasten bijeen in de kapel, waar ze (in de vredesweek en voor kerst) een viering bijwonen, georganiseerd door bovenbouwers. Met kerst doen de gymnasiasten van de onderbouw mee aan acties van Oxfam Novib ('geiten kopen'), maken de tweedeklassers kerstkaarten voor het Sophia kinderziekenhuis en krijgen de leerlingen van de derde klas een lezing van een spreker over een relevant maatschappelijk onderwerp.
