In de brugklas hebben de leerlingen naast de vakles elke week een mentorles en een studieles van de mentor. In de studieles wordt aandacht besteed aan het leren leren. In de mentorles wordt de leerling begeleid bij het onderwijsproces en is aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, welbevinden en de sfeer in de klas.Ook in de onderbouwklassen na de brugklas hebben alle leerlingen een wekelijks mentoruur.
Persoonlijk mentoraat in de bovenbouw
In de bovenbouw is er een persoonlijk mentoraat. De mentor is hier geen mentor van een hele klas, maar van ongeveer 20 – 25 leerlingen. Mentor, u als ouder en uw kind voeren regelmatig samen een gesprek (een zogenaamd MOL-gesprek).
In dit MOL-gesprek heeft de leerling de regie over het gesprek. Van tevoren krijgt de leerling hulp bij het voorbereiden hiervan. Er wordt gekeken naar kernkwaliteiten, uitdagingen en valkuilen. Na afloop maakt de leerling een verslag van het gesprek. De kern van MOL-gesprekken, is om de leerling meer verantwoordelijkheid te geven over zijn/haar leerproces.
De rol van de mentor verandert naar een meer coachende rol. Ook de ouderbetrokkenheid vergroot. Naast MOL-gesprekken heeft de mentor ook regelmatig een persoonlijk gesprek met de leerling. In deze gesprekken komen de voortgang, eigenaarschap en studievaardigheden aan de orde.