In de onderbouw werken we met zogenaamde Programma van Toetsing Onderbouw (PTO). Per vak is door de vakdocent beschreven welke leerstof er in elke periode getoetst wordt. Zo is voor een jaar vooruit bekend welke toetsen er afgenomen gaan worden.
Leerjaar 1 en 2 hebben elk vier rapportperiodes. Na elke periode krijg je een rapport. In het tweede leerjaar wordt de leerwegkeuze (vmbo bbl, kbl, gl of mavo) vastgesteld door de school. Deze beslissing wordt ook met jou en je ouders/verzorgers besproken. In leerjaar 1 worden de Diataal toesten afgenomen. In leerjaar 2 en 3 worden de zogenaamde CITO VAS-toetsen afgenomen. Dit zijn toetsen welke inzicht geven in je voortgang en niveau.
Overgangsnormen onderbouw
- Gemiddeld een 6,0 over alle vakken
- Maximaal 1 tekort in de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde
- Over alle vakken maximaal 2 tekorten
- Lichamelijke Opvoeding (LO) moet met een voldoende zijn afgerond
Opstromen in de onderbouw
De onderstaande normen gelden voor het opstromen:
> van basis 1 naar kader 2
> van kader 1 naar gl/tl 2
> van basis 2 naar kader 3
> van kader 2 naar gl/tl 3
- Gemiddeld een 7,8 over alle vakken
- Minimaal een 7,8 voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde
- Cito Vas resultaten van Nederlands, Engels en Wiskunde moeten het niveau bevestigen
- De resultaten van RTTI, OMZA en de QA-analyse wegen mee in de beslissing te mogen opstromen.