Extra begeleiding en ondersteuning

De extra begeleiding is er op gericht dat leerlingen zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. Er is onderscheid tussen studiebegeleiding (ondersteuning bij het leren) en begeleiding op het sociaal-emotionele vlak.

Passend onderwijs

Elke school heeft een zorgplicht. Dat betekent dat scholen voor alle kinderen die extra onderwijsondersteuning nodig hebben, moeten zorgen voor een zo passend mogelijke onderwijsplek. Dit kan een plek zijn op de eigen school, maar ook op een andere school die de leerling beter kan ondersteunen. In het schoolondersteuningsprofel staat beschreven welke ondersteuning wij op onze school kunnen bieden. 

Studiebegeleiding

Vakondersteuning & huiswerkbegeleiding
Leerlingen die moeite hebben met het maken of plannen van huiswerk kunnen elke schooldag na de lessen terecht op het daltonplein. Onder begeleiding van een docenten en/ of onderwijsassistent kunnen zij hier huiswerk maken en begeleiding krijgen. Hier zijn geen kosten aan verbonden. Als een leerling moeite heeft met een vak, kan hij/zij dat bij de mentor/coach aangeven. De mentor zorgt dat de leerling ondersteuning voor dat vak krijgt. Ook als ouders/verzorgers denken dat hun kind hulp nodig heeft, kunnen zij dit aangeven bij de mentor. Ook de mentor houdt zelf ook de vorderingen van de leerling in de gaten en neemt contact op met de leerling als hij/zij denkt dat de leerling ondersteuning nodig heeft. De vakondersteuning wordt kosteloos aanboden.

Dyslexie/dyscalculie
Leerlingen met dyslexie/dyscalculie kunnen extra ondersteuning krijgen. Welke ondersteuning en op welk moment deze gegeven wordt, wordt in overleg met docenten, leerling en waar nodig ouders/verzorgers, bepaald. Wanneer de het Stanislas Dalton Delft niet de benodigde hulp kan bieden, verwijst deze door naar een externe deskundige. De school vindt het daarom ook belangrijk om op de hoogte te zijn van dyslexie en dyscalculie bij leerlingen en vraagt ouders/verzorgers om een kopie van de officiële verklaring in te leveren. Met deze verklaring kan het Stanislas Dalton Delft zorgen voor de faciliteiten waar de leerling recht op heeft volgens deze verklaring. Indien er geen verklaring is en het Stanislas Dalton Delft wel vermoedt dat een leerling dyslectisch is, dan neemt de school contact op met de ouders/verzorgers van de leerling.
Bekijk het dyslexie- en dyscalculiebeleid

Remedial teaching Remedial teachers zijn deskundigen op het gebied van dyslexie en andere leerproblemen. Zij verzorgen voor de dyslectische leerlingen de dyslexiecoaching aan het begin van de schoolcarrière van de leerling. Daarnaast ondersteunen zij leerlingen die iets extra’s kunnen gebruiken als deze ondersteuning niet door de vakdocent en/ of mentor kan worden geboden. De remedial teachers werken in overleg met de mentor en waar nodig de zorgcoördinator of teamleider.

Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) & decanaat
Het is belangrijk dat leerlingen geslaagde keuzes maken met betrekking tot hun toekomst. Daarom worden leerlingen al vanaf de tweede klas voorbereid op het maken van een profielkeuze aan het einde van de derde klas. Dit heeft de aandacht in de mentorlessen, tijdens vaklessen en tijdens activiteiten op het gebied van loopbaanoriëntatie en -begeleiding.
In de derde klas gaan de leerlingen één week op stage voor een eerste kennismaking met een beroep naar keuze. Dit helpt hen bij het maken van de juiste keuze voor een vervolgopleiding.
De decaan is een schoolfunctionaris die leerlingen, met behulp van mentoren en vakdocenten, actief begeleidt bij het maken van een passende studie- en/of beroepskeuze.
Meer informatie over loopbaanoriëntatie en -begeleiding

Sociaal-emotionele begeleiding

Faalangstreductietraining
Als een leerling moeite heeft met het omgaan met spanningen en/of angsten met betrekking tot school, kan er sprake zijn van faalangst. Voor deze leerlingen organiseert de school een BOF-training (Beter Omgaan met Faalangst). In deze training leren de leerlingen technieken om spanningen op te vangen waardoor zij bij toetsen beter kunnen presteren.

Leerlingen met persoonlijke problemen
Leerlingen bevinden zich in een fase van hun leven waarin heel veel zaken veranderen. Dit kan vragen oproepen of leiden tot persoonlijke worstelingen. Hoewel de school vooral begeleidt bij studiezaken, hebben leerlingen soms behoefte aan een meer persoonlijk gesprek. Meestal is de mentor hiervoor de juiste persoon. Toch kan het voor een leerling prettiger zijn om ook met iemand anders van gedachten te kunnen wisselen. In overleg met de leerling kan de mentor in dat geval contact opnemen met de zorgcoördinator om te onderzoeken welke ondersteuning gewenst of noodzakelijk is. Als er aanleiding is voor het inschakelen van externe hulp, worden de ouders/verzorgers op de hoogte gesteld en wordt hen om toestemming gevraagd.

De vertrouwenspersoon

Leerlingen met klachten over seksuele intimidatie en discriminatie op school kunnen terecht bij de interne vertrouwenspersoon. Deze zal in gesprek gaan met de leerling en/of de ouders/verzorgers om de klacht zo goed mogelijk aan te pakken. Hierbij gaat het vooral om het aangeven van de juiste routes en het doorlopen van procedures.